Kwaliteitsplan Beweging 3.0 - 2024
Interviews medezeggenschapsraad
Gerda Jansen
Voorzitter van de Ondernemingsraad
Jan Willem van der Zee
Voorzitter Verzorgende en
Verpleegkundige Raad
Jan Harkema
Onafhankelijk voorzitter Centraal Platform Medezeggenschap
Terug naar boven
“Als VVR hebben we in 2024 twee grote aandachtspunten. Ten eerste hebben we het Professioneel Netwerk opgericht, waarin collega's van de werkvloer deelnemen. Het netwerk gaat vooral als een brede denktank functioneren: wat willen we vanuit de Koers, en waar lopen we in de praktijk tegenaan? Het idee is dat ook mensen van Leef3.nu en Indebuurt033 bij het Professioneel Netwerk aansluiten voor een brede integratie. Daarnaast hebben we de portefeuille Professioneel Zeggenschap, gericht op verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, partnerschap en eigenaarschap. We willen eigenaarschap daar leggen waar het hoort, mensen ruimte geven en oplossingen vanuit het vak bieden.
Dit sluit aan bij hoe wij als VVR kijken naar eigenaarschap en gelijkwaardigheid: de juiste mensen de juiste vragen stellen en iedereen benutten. Tegelijkertijd moeten we elkaar ook scherp kunnen blijven bevragen, vanuit die gelijkwaardigheid. Werkplekleren, waarbij iedereen van elkaar leert, is hier een belangrijke factor.
Verder speelden we een belangrijke rol in de organisatie van de eerste Radendag voor en door de medezeggenschapsraden. Ook maakten we de overstap van een adviesraad naar een rol waarin we meer betrokken zijn bij samen sturen en coördineren. Deze verandering past veel beter bij professioneel zeggenschap en Koers 2028. We volgen een routekaart met een duidelijke visie, met als wens dat dit uiteindelijk leidt tot een plek in het MT. Dit brengt professioneel zeggenschap dicht bij het bestuur en past goed in de Koers.
Voorheen werden oplossingen vaak bedacht in kleine expertgroepen, maar dit leidde niet altijd tot de gewenste kwaliteit. De aanpak van Kwaliteit in Beweging en het Actie Leerteam Ontregel de Zorg, waarbij veranderingen dicht op de werkvloer worden ingezet, zien wij als de juiste weg. Want loop de werkvloer maar op, vraag “Wat denk je dat de oplossing is?” en je krijgt vaak een heel goed antwoord.
“Werkplekleren, waarbij iedereen van elkaar leert, is hier een belangrijke factor.”
Eigenaarschap en gelijkwaardigheid moeten vanuit het vak zelf komen. Tegelijk vinden mensen dit ook weleens lastig. Collega’s zeggen soms tegen mij: “Het klinkt mooi als je zegt ‘ik geef je je vak terug’, maar ik vind het ook moeilijk.” En voor dat gesprek moet er ook ruimte zijn.”
Terug naar boven
Voorzitter Verzorgende
en Verpleegkundige
Raad
Jan Willem van der Zee
Terug naar boven
"Als Ondernemingsraad zijn we trots op de Koers 2028 en Onze Benadering. Beide plannen zijn vernieuwend en we hebben vanaf het begin meegedacht. Ze benadrukken hoe belangrijk het is om dingen anders te doen en te focussen op welzijn. Het is zo waardevol dat cliënten zoveel mogelijk zelf de regie kunnen houden, vooral in de laatste jaren van hun leven. Dat maakt echt een groot verschil voor hun welzijn.
“Met de personele krapte en daarbij de groeiende groep van ouderen is de noodzaak duidelijk dat we niet zonder de hulp van naasten, vrijwilligers en mantelzorgers kunnen. Het is belangrijk dat de zorgteams goed begrijpen hoe ze Onze Benadering kunnen toepassen, dat is een aandachtspunt. Een mooie ontwikkeling is dat de EVV'er nu bij de cliënt thuiskomt voor de kennismaking, voordat de cliënt naar de locatie verhuist. Zo krijgen we inzicht in wat iemand zelf nog kan en wat naasten, buren en mantelzorgers kunnen bijdragen, om daar vervolgens afspraken over te maken.”
“Een heel belangrijk punt is het aantrekken en behouden van personeel.”
De OR denkt mee
Bij sommige projecten hebben we als OR intensief meegedaan. Bijvoorbeeld bij het project '(Ont)regel de zorg', dat zich richt op het verminderen van onnodige regels en administratieve lasten in de zorg. Binnen de teams wordt opgevraagd wat zij als onnodig ervaren of waar ze vragentekens over hebben. Ook hebben OR-leden meegedacht met 'Bekwaam is inzetbaar'. Dit project biedt medewerkers de kans om specifieke taken, zoals medicatie delen, te leren via losse modules in plaats van via een volledige opleiding. Dit is een praktische en geborgde oplossing die we graag ondersteunen, vooral nu er een tekort aan personeel is.
De OR-leden die meedachten, werken zelf in de zorg en hebben daardoor goede contacten binnen de organisatie. 'Kwaliteit in beweging' is ook een mooi voorbeeld waarbij de teams daadwerkelijk worden
opgezocht om mee te denken over het op een andere manier kijken naar kwaliteit, en hieraan uitvoering te geven.
Een heel belangrijk punt is het aantrekken en behouden van personeel. Dit is al lang een speerpunt bij de OR en blijft een punt.
In 2025 blijven we hier zeker op letten, en willen we goed luisteren naar wat er leeft bij onze collega's.
Terug naar boven
Voorzitter van de Ondernemingsraad
Gerda Jansen
Terug naar boven
“In het Centraal Platform Medezeggenschap (CPM) zitten vertegenwoordigers van alle cliëntenraden. Het huidige bestuur betrekt het CPM in een vroeg stadium bij besluitvormingsprocessen. Dit maakt dat de input van het CPM vaak direct wordt meegenomen, waardoor we adviesaanvragen snel positief kunnen beantwoorden. Deze vroege betrokkenheid geeft ons helderheid over wat we het hele jaar kunnen verwachten. En wanneer we advies geven met kanttekeningen, reageert de Raad van Bestuur daar altijd serieus op. Zoals bijvoorbeeld met het rookbeleid: na de eerste notitie, waarover we bedenkingen hadden, ontvingen we enige tijd later een aangepaste versie. Het nieuwe beleid houdt rekening met de belangen van cliënten, de behoeften van medewerkers en de geldende wetgeving.
Het vertrouwen tussen het CPM en de organisatie is in de afgelopen jaren gegroeid. Vertrouwen is een centraal thema, zowel in de samenwerking als in de zorg voor cliënten. De komende jaren zijn er veranderingen nodig, aangezien er met minder medewerkers zwaarder werk verricht moet worden en de thuiszorg meer aandacht gaat krijgen. Medewerkers zullen moeten leren vertrouwen op elkaar, vrijwilligers en naasten. Dit vraagt om een nieuwe manier van werken, waarbij taken gedeeld en overgedragen kunnen worden.
“Samen met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur onderzoeken we hoe we participatie op wijkniveau kunnen bevorderen.”
Het CPM wordt zich er steeds meer van bewust dat het voor naasten lastiger is om een band op te bouwen met onze organisatie, bijvoorbeeld door deelname aan de cliëntenraad. Dit komt doordat mensen steeds vaker tot op hoge leeftijd thuis wonen, waardoor de doorstroomsnelheid op onze woonzorglocaties toeneemt. Daarom zoeken we naar nieuwe manieren van cliëntenparticipatie. Samen met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur onderzoeken we hoe we participatie op wijkniveau kunnen bevorderen. De komende jaren zullen er ongetwijfeld veranderingen plaatsvinden. We moeten nieuwe samenwerkingsvormen verkennen, omdat de focus steeds meer verschuift naar wijkgerichte zorg die beter aansluit bij de behoeften van de wijk en de gemeenschap, in plaats van alleen binnen zorginstellingen.”
Tijdens de recente radendag bespraken alle raden, inclusief de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en enkele managers, hoe we de transitie van zorg naar welzijn verder kunnen bevorderen. Een belangrijk onderdeel hiervan is het vroeg betrekken van cliënten en hun naasten bij dit proces. Met als doel het gewone leven zoveel mogelijk voort te zetten, zelfs bij verhuizing naar een woonzorglocatie, al blijft dit een ingrijpende verandering. Het is mooi om te zien hoe Onze Benadering weerspiegeld wordt in de indruk die inspecties en zorgkantoren van onze organisatie krijgen tijdens hun bezoeken. De sfeer die zij ervaren toont ons hoe we aansluiten bij de behoeften en het welzijn van cliënten.
Terug naar boven
Onafhankelijk voorzitter Centraal Platform Medezeggenschap
Jan Harkema
Interviews medezeggenschaps-raad
“In het Centraal Platform Medezeggenschap (CPM) zitten vertegenwoordigers van alle cliëntenraden. Het huidige bestuur betrekt het CPM in een vroeg stadium bij besluitvormingsprocessen. Dit maakt dat de input van het CPM vaak direct wordt meegenomen, waardoor we adviesaanvragen snel positief kunnen beantwoorden. Deze vroege betrokkenheid geeft ons helderheid over wat we het hele jaar kunnen verwachten. En wanneer we advies geven met kanttekeningen, reageert de Raad van Bestuur daar altijd serieus op. Zoals bijvoorbeeld met het rookbeleid: na de eerste notitie, waarover we bedenkingen hadden, ontvingen we enige tijd later een aangepaste versie. Het nieuwe beleid houdt rekening met de belangen van cliënten, de behoeften van medewerkers en de geldende wetgeving.
Het vertrouwen tussen het CPM en de organisatie is in de afgelopen jaren gegroeid. Vertrouwen is een centraal thema, zowel in de samenwerking als in de zorg voor cliënten. De komende jaren zijn er veranderingen nodig, aangezien er met minder medewerkers zwaarder werk verricht moet worden en de thuiszorg meer aandacht gaat krijgen. Medewerkers zullen moeten leren vertrouwen op elkaar, vrijwilligers en naasten. Dit vraagt om een nieuwe manier van werken, waarbij taken gedeeld en overgedragen kunnen worden.
“Samen met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur onderzoeken we hoe we participatie op wijkniveau kunnen bevorderen.”
Het CPM wordt zich er steeds meer van bewust dat het voor naasten lastiger is om een band op te bouwen met onze organisatie, bijvoorbeeld door deelname aan de cliëntenraad. Dit komt doordat mensen steeds vaker tot op hoge leeftijd thuis wonen, waardoor de doorstroomsnelheid op onze woonzorglocaties toeneemt. Daarom zoeken we naar nieuwe manieren van cliëntenparticipatie. Samen met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur onderzoeken we hoe we participatie op wijkniveau kunnen bevorderen. De komende jaren zullen er ongetwijfeld veranderingen plaatsvinden. We moeten nieuwe samenwerkingsvormen verkennen, omdat de focus steeds meer verschuift naar wijkgerichte zorg die beter aansluit bij de behoeften van de wijk en de gemeenschap, in plaats van alleen binnen zorginstellingen.”
Tijdens de recente radendag bespraken alle raden, inclusief de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en enkele managers, hoe we de transitie van zorg naar welzijn verder kunnen bevorderen. Een belangrijk onderdeel hiervan is het vroeg betrekken van cliënten en hun naasten bij dit proces. Met als doel het gewone leven zoveel mogelijk voort te zetten, zelfs bij verhuizing naar een woonzorglocatie, al blijft dit een ingrijpende verandering. Het is mooi om te zien hoe Onze Benadering weerspiegeld wordt in de indruk die inspecties en zorgkantoren van onze organisatie krijgen tijdens hun bezoeken. De sfeer die zij ervaren toont ons hoe we aansluiten bij de behoeften en het welzijn van cliënten.
Terug naar boven
Onafhankelijk voorzitter Centraal Platform Medezeggenschap
Jan Harkema
“Een heel belangrijk punt is het aantrekken en behouden van personeel.”
De OR-leden die meedachten, werken zelf in de zorg en hebben daardoor goede contacten binnen de organisatie. 'Kwaliteit in beweging' is ook een mooi voorbeeld waarbij de teams daadwerkelijk worden
opgezocht om mee te denken over het op een andere manier kijken naar kwaliteit, en hieraan uitvoering te geven.
Een heel belangrijk punt is het aantrekken en behouden van personeel. Dit is al lang een speerpunt bij de OR en blijft een punt.
In 2025 blijven we hier zeker op letten, en willen we goed luisteren naar wat er leeft bij onze collega's.
De OR denkt mee
Bij sommige projecten hebben we als OR intensief meegedaan. Bijvoorbeeld bij het project '(Ont)regel de zorg', dat zich richt op het verminderen van onnodige regels en administratieve lasten in de zorg. Binnen de teams wordt opgevraagd wat zij als onnodig ervaren of waar ze vragentekens over hebben. Ook hebben OR-leden meegedacht met 'Bekwaam is inzetbaar'. Dit project biedt medewerkers de kans om specifieke taken, zoals medicatie delen, te leren via losse modules in plaats van via een volledige opleiding. Dit is een praktische en geborgde oplossing die we graag ondersteunen, vooral nu er een tekort aan personeel is.
“Met de personele krapte en daarbij de groeiende groep van ouderen is de noodzaak duidelijk dat we niet zonder de hulp van naasten, vrijwilligers en mantelzorgers kunnen. Het is belangrijk dat de zorgteams goed begrijpen hoe ze Onze Benadering kunnen toepassen, dat is een aandachtspunt. Een mooie ontwikkeling is dat de EVV'er nu bij de cliënt thuiskomt voor de kennismaking, voordat de cliënt naar de locatie verhuist. Zo krijgen we inzicht in wat iemand zelf nog kan en wat naasten, buren en mantelzorgers kunnen bijdragen, om daar vervolgens afspraken over te maken.”
"Als Ondernemingsraad zijn we trots op de Koers 2028 en Onze Benadering. Beide plannen zijn vernieuwend en we hebben vanaf het begin meegedacht. Ze benadrukken hoe belangrijk het is om dingen anders te doen en te focussen op welzijn. Het is zo waardevol dat cliënten zoveel mogelijk zelf de regie kunnen houden, vooral in de laatste jaren van hun leven. Dat maakt echt een groot verschil voor hun welzijn.
Gerda Jansen
Voorzitter van de Ondernemingsraad
“Werkplekleren, waarbij iedereen van elkaar leert, is hier een belangrijke factor.”
Verder speelden we een belangrijke rol in de organisatie van de eerste Radendag voor en door de medezeggenschapsraden. Ook maakten we de overstap van een adviesraad naar een rol waarin we meer betrokken zijn bij samen sturen en coördineren. Deze verandering past veel beter bij professioneel zeggenschap en Koers 2028. We volgen een routekaart met een duidelijke visie, met als wens dat dit uiteindelijk leidt tot een plek in het MT. Dit brengt professioneel zeggenschap dicht bij het bestuur en past goed in de Koers.
Voorheen werden oplossingen vaak bedacht in kleine expertgroepen, maar dit leidde niet altijd tot de gewenste kwaliteit. De aanpak van Kwaliteit in Beweging en het Actie Leerteam Ontregel de Zorg, waarbij veranderingen dicht op de werkvloer worden ingezet, zien wij als de juiste weg. Want loop de werkvloer maar op, vraag “Wat denk je dat de oplossing is?” en je krijgt vaak een heel goed antwoord.
Eigenaarschap en gelijkwaardigheid moeten vanuit het vak zelf komen. Tegelijk vinden mensen dit ook weleens lastig. Collega’s zeggen soms tegen mij: “Het klinkt mooi als je zegt ‘ik geef je je vak terug’, maar ik vind het ook moeilijk.” En voor dat gesprek moet er ook ruimte zijn.”
Dit sluit aan bij hoe wij als VVR kijken naar eigenaarschap en gelijkwaardigheid: de juiste mensen de juiste vragen stellen en iedereen benutten. Tegelijkertijd moeten we elkaar ook scherp kunnen blijven bevragen, vanuit die gelijkwaardigheid. Werkplekleren, waarbij iedereen van elkaar leert, is hier een belangrijke factor.
“Als VVR hebben we in 2024 twee grote aandachtspunten. Ten eerste hebben we het Professioneel Netwerk opgericht, waarin collega's van de werkvloer deelnemen. Het netwerk gaat vooral als een brede denktank functioneren: wat willen we vanuit de Koers, en waar lopen we in de praktijk tegenaan? Het idee is dat ook mensen van Leef3.nu en Indebuurt033 bij het Professioneel Netwerk aansluiten voor een brede integratie. Daarnaast hebben we de portefeuille Professioneel Zeggenschap, gericht op verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, partnerschap en eigenaarschap. We willen eigenaarschap daar leggen waar het hoort, mensen ruimte geven en oplossingen vanuit het vak bieden.